Juridische zaken

De juridische kwaliteit van gemeentelijke producten vraagt constante aandacht en onderhoud. De wereld verandert en is steeds in beweging. Dat vraagt ook een meer efficiente benadering in de aanpak. Klantgerichte en betrouwbare behandeling van burgers en bedrijven, rechtmatig gebruik van bevoegdheden en het beheersbaar maken en houden van risico’s zijn daarbij belangrijke doelstellingen. Ook externe ontwikkelingen, zoals nieuwe Europese en nationale regelgeving, hebben gevolgen voor de gemeentelijke organisatie

Algemeen

Organisatie juridische functie

Het openbaar bestuur in Den Haag beweegt mee met allerlei maatschappelijke veranderingen. Omdat dit gevolgen heeft voor de juridische functie, moet de juridische organisatie van de gemeente mede daarom goed op orde zijn. De verwachtingen ten aanzien van de juridische bestuurskracht van Den Haag zijn hoog. Dit komt met name door veel nieuwe wetgeving en heeft gevolgen voor de eisen aan het strategisch vermogen, het opleidingsniveau en de vaardigheden van juridisch medewerkers.
Daarom zijn er in 2017 stappen gezet in de bundeling van juridische taken van de diverse diensten naar een centrale afdeling. Door een centrale afdeling kan advisering meer integraal en professioneler plaatsvinden zodat er efficiënter kan worden gewerkt, meer loopbaanperspectief kan ontstaan en het werk diverser van aard wordt. Dit is ook als zodanig opgenomen in het coalitieakkoord 2014-2018. Eind 2017 heeft er besluitvorming plaatsgevonden over deze bundeling. De uitwerking hiervan zal in 2018 haar verdere beslag krijgen.

Juridische audits
De uitkomsten van de gemeente brede audit uit 2016 met betrekking tot de Meldplicht Datalekken hebben in 2017 geleid tot een aantal aanbevelingen. Deze hadden betrekking op de verwerking en vastlegging van persoonsgegevens en de bewustwording van (mogelijke) datalekken bij de verschillende medewerkers. Dit mede met het oog op de in 2018 in werking tredende Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). De naleving van deze aanbevelingen wordt gemonitord.

In 2017 heeft een gemeente brede audit plaatsgevonden met als onderwerp “implementatie van nieuwe wetgeving”. Ook dit onderzoek heeft in enkele gevallen geleid tot aanbevelingen. De resultaten van dat onderzoek worden in 2018 samen met de diensten verwerkt in één auditrapportage.

Europese wet- en regelgeving
In 2017 is de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (Wet DBA) inhoudelijk verwerkt in de aanbestedingsmodellen en overeenkomsten van de gemeente. Hoofddoelstelling van de Wet DBA is de aanpak en terugdringing van schijnzelfstandigheid (formeel zzp-er maar materieel werknemer). Landelijk leidt de wet in de uitvoeringspraktijk tot discussie en interpretatieverschillen bij inhuur van zzp-ers. Handhaving van de wet is daarom door de Rijksoverheid opgeschort tot in ieder geval 1 juli 2018. Er worden met uitzondering van misbruiksituaties geen boetes of naheffingen opgelegd. Het kabinet wil de wet DBA voor zzp'ers per 2020 vervangen door een beter uitvoerbare systematiek.

In 2016 is het vereenvoudigde aanbestedingsregime voor zogeheten 2B-diensten vervallen. Als gevolg hiervan zijn door de gemeente in 2017 voor het eerst sociale- en specifieke diensten aanbesteed waaronder de WMO en (regionale) jeugdhulp. Daarnaast is de Aanbestedingswet als gevolg van Europese regelgeving gewijzigd om de mogelijkheid van elektronisch factureren wettelijk vast te leggen.
Verder is in 2017 is een stap gezet met het gebruik van generieke Rijks- en VNG-inkoopvoorwaarden als vervanging van de Algemene inkoopvoorwaarden gemeente Den Haag 2009. De verwachting is dat in 2018 op de nieuwe inkoopvoorwaarden wordt overgegaan

Privacy
In 2017 zijn werkzaamheden in gang gezet om te voldoen aan de Europeesrechtelijke verplichtingen die voortvloeien uit de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) die op 25 mei 2018 in werking treedt. Inmiddels is een centrale privacyfunctionaris (Functionaris Gegevensbescherming) aangesteld, waarmee is voldaan aan een belangrijke verplichting van de AVG. Ook is het standaardmodel voor bewerkersovereenkomsten verder verfijnd. Op hoofdlijnen is er inmiddels een overzicht gereed van verwerkingen dat een verplichting is van de AVG.

Geschillenbeslechting
Goede en efficiënte rechtsbescherming is van groot belang om het vertrouwen in de (lokale) overheid te bevorderen. De Adviescommissie bezwaarschriften is in 2016 is gestart met een nieuwe methode van horen in bezwaarprocedures, vergelijkbaar met de nieuwe zaakbehandeling bij de Rechtbanken. De insteek is dat door overleg tussen burger en gemeente tot een voor alle partijen juist en aanvaardbaar beluit wordt gekomen en daarmee een potentieel conflict wordt beslecht. En dat bestaande problemen worden opgelost. In 2017 is een summier burger-tevredenheidsonderzoek verricht, waarbij de uitkomsten zich positief laten aanzien. Reden om de methode te handhaven en waar mogelijk uit te breiden.

Grote projecten
Belangrijke grote projecten waaraan in 2017 is meegewerkt, zijn het leveren van juridische expertise bij het project Onderwijs- en Cultuurcentrum Den Haag (OCC), Legoland, HTM, de bestuurlijke boete overlastfeiten en een verdere uitvoering van het gemeentelijke handhavingsbeleid.

Gemeentelijke regelgeving

Het beleid om de gemeentelijke regelgeving te harmoniseren is voortgezet. Zo is in 2017 een slag gemaakt met het opstellen van een gemeentelijk model van verordeningen. Door de Haagse Aanwijzingen voor de regelgeving is de kwaliteit van regelingen vergroot.

Juridische cursussen
In 2017 zijn de inspanningen om de kwaliteit van de juridische functie van de gemeente nog meer te vergroten, voortgezet. Met het interne opleidingsprogramma voor de gemeenteadvocaten, juristen en juridisch medewerkers zijn cursussen georganiseerd om de kennis en kunde op peil te houden. Ook zijn er ca. 10 gratis lezingen georganiseerd door Pels Rijcken met voor de gemeente relevante onderwerpen.
Bezwaar en beroep (bestuursrechtelijk)
In 2017 was het streven om 90%van de bezwaarschriften binnen de wettelijke termijn af te doen. Dat percentage lag in 2017 over de hele gemeente gezien op 91,8 %.

Onderstaande tabel geeft inzicht in de resultaten van de behandeling van bezwaar- en beroepschriften van burgers, mede in relatie tot de aantallen primaire besluiten. De tabel geeft de totaalcijfers 2017 in vergelijking met 2016 en 2015.

Bezwaar- en beroepschriften

2017

2016

2015

A. Primaire besluiten*

1.961.667

1.894.691

1.882.894

B. Ingediende bezwaarschriften (% van A)

68.329 (3,4%)

58.811 (3,1%)

73.998 (3,9%)

C. Afgehandelde bezwaarschriften

64.511

57.933

72.165

D. Herzien na bezwaar (% van C)

22.872 (35%)

25.082 (43%)

24.952 (34%)

E. Beroepszaken

1.245

1.209

1.715

F. Gegrond in beroep (% van E)

183(14,6%)

159 (13.1%)

295 (17,2%)

G. Hogere beroepzaken

291

369

391

H. Gegrond in hoger beroep (% van G)

35 (12%)

25 (6,7%)

34 (8,7%)

* Het totale aantal primaire besluiten verschilt van jaar tot jaar. Een eenduidige verklaring is daarvoor niet te geven. Besluiten op het gebied van burgerzaken zijn hier niet meegeteld; het gaat daar om ruim 600.000 afgegeven documenten (zoals paspoorten en uittreksels uit de BRP) en wijzigingen in de basisregistratie personen, waartegen weinig bezwaarschriften worden ingediend.

Prestatie-indicator

Nulmeting

Realisatie 2017

Begroting 2017

- Totaal aantal bezwaarschriften 1)
- Aantal bezwaarschriften waarbij beroep wordt aangevraagd.
- % beroepszaken waarbij de gemeente in het gelijk wordt gesteld 2)

81.400 (4,5%)

68.329 (3,4%)

81.400 (4,5%)

1.400

1.245

1.400

85%

85,3%

85%

% bezwaarschriften binnen de wettelijke termijn afgedaan

90%

91,8%

90%

Het overgrote deel van de primaire besluiten is afkomstig van de Gemeentelijke Belastingdienst
(1.277.302 aanslagen), de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheidsprojecten (217.158 uitkeringen) en de Dienst Stadsbeheer (202.996 naheffingsaanslagen)

Wat opvalt:

  • Een aanzienlijke stijging van het aantal primaire besluiten (ruim 3,5%, 66.000) en daardoor ook een stijging van het aantal bezwaarschriften . Deze stijging komt doordat er in 2017 voornamelijk meer primaire besluiten zijn genomen  bij de diensten DSB (ca. 30.000) en SZW (ruim 34.000).
  • Het aantal bezwaarschriften bestaat voor bijna 90% uit bezwaren tegen belastingaanslagen (42,5%, 29.093 en naheffingsaanslagen parkeren (46,4%,31.760 ).
  • Doordat er meer bezwaarschriften zijn ingediend, is ook  het aantal beroepszaken gestegen (1.245) ten opzichte van 2016 (1.209).  Dit komt onder meer door een stijging van het aantal ingediende beroepsschriften bij DPZ, DSB en DSO. Het aantal gegrondverklaringen in beroep en hoger beroep is daarmee ook gestegen ten opzichte van 2016.
  • Van het totaal aantal behandelde beroepszaken heeft het grootste deel betrekking op uitkeringen (54,3%, 677) en parkeren (26,5%, 330). Het overige percentage heeft betrekking op besluiten van de diensten DPZ, DSO en BSD
  • Het aantal zaken dat in beroep gegrond is verklaard, heeft vooral betrekking op uitkeringszaken (49,1%= 90), parkeerzaken (23,4%=43) en belastingzaken (22,9% =42). In hoger beroep hebben de gegrondverklaringen voor het grootste deel betrekking op uitkeringszaken (77,1%=27).

Wob verzoeken en verzoeken Wet dwangsom
In onderstaande tabellen staan de gegevens over aantallen en uitkomsten van verzoeken in het kader van de Wob[1] en de Wet dwangsom.

Verzoeken Wob

2017

2016

2015

A. Ingediende Wobverzoeken

264

314

391

B. Afgehandelde Wobverzoeken

243

283

376

C. Ingediende verzoeken tot dwangsom

13

40

45

D. Verbeurde dwangsommen

0

1

5

Verzoeken Wet dwangsom
(buiten Wob)

2017

2016

2015

A. Schriftelijke verzoeken

213

325

884

B. Verbeurde dwangsommen

22

45

109

Wat opvalt:

  • Het aantal verzoeken en verbeurde dwangsommen is bij zowel de WOB als de Wet dwangsom wederom gedaald. Verklaringen hiervoor zijn dat sinds 2014 de digitale weg is afgesloten om het veelplegers van Wob-verzoeken moeilijker te maken en de loskoppeling van de Wet dwangsom.  

Civiele procedures
In onderstaande tabel staan de gegevens over aantallen en uitkomsten van civiele procedures in 2017 in vergelijking met voorgaande jaren. Het aantal procedures is gestegen ten opzichte van 2016. Het aantal verloren zaken is dardoor ook (licht) toegenomen.

De cijfers geven aan dat de kwaliteit van het primaire proces en de procesvertegenwoordiging goed is. Omdat in civiele zaken regelmatig schikkingen plaatsvinden, bevat de tabel hiervoor een aparte kolom.

Civiele procedures

2017

2016

2015

Aantal civiele procedures

464

410

391

Verloren zaken

6 = 1,2%

3= 0,7%

5=1,2%

Schikkingen

7

9

7

Juridische advisering
Ten behoeve van de interne juridische advisering heeft de gemeente een intern Juridisch Adviesbureau (JAB) dat beschikt over juristen met bestuursrechtelijke, europeesrechtelijke en privaatrechtelijke kennis, onder wie advocaten in gemeentedienst. Daarnaast kent de gemeente twee Juridisch Bestuursadviseursdie zich vooral richten op bestuurlijk gevoelige dossiers. Zoveel mogelijk zaken worden intern afgehandeld. Nu moet het JAB zichzelf nog terug verdienen via interne facturatie. Na de bundeling in het Bedrijfsexpertise Centrum (BEC) zal dit met ingang van 2019 anders worden geregeld.

In de situaties dat toch externe juridische expertise nodig is, bijvoorbeeld omdat die intern niet beschikbaar is, heeft de gemeente twee huisadvocatenkantoren. In enkele gevallen is inschakeling van andere kantoren nodig. Hieronder volgt een overzicht van de verdeling van de zaken tussen het JAB, de twee huisadvocatenkantoren en andere externe advocaten.

Jaar

JAB

Huisadvocaten

Andere kantoren

Extern totaal

aantal zaken

kosten €

aantal zaken

kosten €
(ex. btw)

aantal zaken

kosten €
(ex. btw)

kosten €
(ex. btw)

2017

224

1.720.026

97

2.102.642

5

160.134

2.262.776

2016

388

1.899.898

94

1.328.485

6

180.938

1.509.423

2015

317

1.271.869

89

993.771

4

255.328

1.249.099

* De kosten van de externe inhuur in de tabel zijn opgenomen ex. btw vanwege de vergelijkbaarheid met de interne facturatie die ook ex btw plaatsvindt.

De inhuur van het Juridisch Adviesbureau (JAB) is qua aantal zaken (224) gedaald evenals de kosten. Dit vindt onder andere zijn oorzaak in de toegenomen vraag om externe juridische ondersteuning, mede in relatie tot de intern beschikbare capaciteit.

Het aantal zaken waarin juridische bijstand door (externe) huisadvocaten werd verleend, is licht gestegen. De totale kosten zijn echter aanzienlijk gestegen. Dit is mede te verklaren door een paar grote zaken in 2017 waarvoor de huisadvocaat is ingeschakeld zoals de aandelenoverdracht van ADO, de herontwikkeling van het Spuikwartier en Smart City Scheveningen.

De kosten van juridische bijstand door andere (externe) kantoren zijn afgenomen ten opzichte van 2016. In één uitzonderlijk geval bedroegen de kosten 150.000 euro (inhuur procedure BUIG)# . Het aantal zaken is licht gedaald. Deze andere (externe) kantoren zijn ingeschakeld in verband met (mogelijke) belangenverstrengeling met andere opdrachtgevers dan wel meer aaanwezige specialistische kennis.

Bezwaarschriften en beroepschriften met betrekking tot personeelsbesluiten

Bezwaarschriften
In 2017 zijn 166 nieuwe bezwaarschriften, gericht tegen een personeelsbesluit, ontvangen. Dit is een aanzienlijk hoger aantal dan in 2016 (109 bezwaarschriften)
Dat kan worden verklaard door dat in 2017 meerdere personen, werkzaam bij de consultatiebureaus, in bezwaar zijn gegaan vanwege de overgang van hun dienstverband naar de gemeente Den Haag.
In 2017 waren in totaal 197 bezwaarschriften in behandeling (166 + 31 uit 2016), waarvan 146 zijn afgehandeld.

79 % van de bezwaarschriften is binnen de wettelijke termijn afgehandeld. Een groot deel van de overschrijding van de termijn betreft de groep medewerkers van de consultatiebureaus. Wegens organisatorische redenen was het niet mogelijk om deze zaken, die gezamenlijk zijn behandeld, binnen de termijn af te handelen. In de meeste andere gevallen van termijnoverschrijding was er sprake van verzoeken om uitstel door de indiener van het bezwaarschrift.
Overschrijding van de termijn heeft geleid tot één ingebrekestelling van de gemeente, maar heeft niet geleid tot een dwangsom.

Van de in 2017 afgehandelde bezwaarschriften zijn 26 gegrond en 51 ongegrond verklaard; 64 bezwaarschriften zijn ingetrokken (veelal nadat een nieuw bezwaar was ontvangen) en 5 zijn niet ontvankelijk verklaard.

Beroepschriften
In 2017 zijn 18 nieuwe beroepschriften ingediend door (ex)medewerkers en waren, met de nog lopende zaken in 2016, 29 beroepen in behandeling. Door de rechtbank zijn in 2017, 11 van deze beroepen ongegrond verklaard en 2 beroepen gegrond verklaard; tevens is 1 beroep van een medewerker ingetrokken. Daarnaast zijn door de rechtbank 5 verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen afgewezen, en is er 1 verzoek om een voorlopige voorziening te treffen ingetrokken.

Door de Centrale Raad van Beroep zijn 7 (hoger) beroepen van (ex)medewerkers ongegrond verklaard en is 1 (hoger) beroep gegrond verklaard. Er is 1 (hoger) beroep door een medewerker ingetrokken.
Door het college zelf is in 2017 2 maal hoger beroep ingediend bij de Centrale Raad van Beroep en tevens 1 verzoek ingediend om een voorlopige voorziening te treffen. In 1 zaak is de uitspraak van de rechtbank vernietigd, de andere zaak loopt nog. De voorlopige voorziening is door het College ingetrokken.

[1] Het gaat hier om de Wob-verzoeken die door de directeuren krachtens mandaat en door het college worden afgedaan.