Hebben we bereikt wat we hebben beoogd?

Samenstelling programma

(obv gerealiseerde lasten inclusief dotaties aan reserves)

€ 169

Samenstelling dekking programma

(obv gerealiseerde baten inclusief onttrekkingen aan de reserves)

€ 169

Toelichting op de dekking in 2017
De dekking van het programma komt voor het grootste deel uit het gemeentefonds.

Wat is de context?
De Jeugdzorg is sinds 2015 – met een verlaagd budget – oplopend naar 15% in 2017-gedecentraliseerd naar de gemeenten. Het gaat om alle onderdelen die onder de verzamelnaam jeugdzorg vallen: provinciale jeugdzorg, gesloten jeugdzorg, jeugdbescherming (voogdij en gezinsvoogdij), jeugdreclassering, jeugd-geestelijke gezondheidszorg (jeugd-ggz) en Jeugd-licht verstandelijk gehandicapten hulp (jeugd-lvg). Gemeenten werden verantwoordelijk voor alle jeugdzorg die eerder onder het rijk, de provincies, de gemeente, de AWBZ en de Zorgverzekeringswet viel.

In het eerste jaar (2015) zijn gemeenten wettelijk verplicht gesteld om de zorgcontinuïteit voor jeugdigen en jeugdhulpaanbieders te garanderen. In het belang van stabiliteit en zorgcontinuïteit hebben de 10 gemeenten (regio Haaglanden inclusief Voorschoten) besloten om deze afspraken voor 3 jaar vast te leggen met een open einde financiering zonder budgetplafond. De gemeente Den Haag heeft de inkoop van de jeugdzorg met de regio Haaglanden gezamenlijk opgepakt. Dit gebeurt via een gemeenschappelijke regeling, zijnde het Inkoopbureau H10. De regio is erin geslaagd om de continuïteit van de zorg te bieden aan de jeugdigen. De zorgaanbieders hebben contractueel zoveel mogelijk sturingsruimte en financiële ruimte gekregen ter bevordering van de zorgcontinuïteit.
Tevens is wettelijk vastgelegd dat huisartsen, rechtbanken, Gecertificeerde Instellingen, jeugdartsen en andere medisch specialisten eigenstandig (buiten de gemeente om) mogen doorverwijzen naar de tweedelijns jeugdhulpaanbieders. In de praktijk betekent dit dat slechts 25% van de verwijzingen naar de tweedelijns jeugdhulp via het CJG loopt. Bovendien mogen jeugdhulpaanbieders wettelijk gezien de kosten van geleverde jeugdhulp tot 5 jaar na dato declareren. Veel jeugdhulpaanbieders waren gewend aan maandelijkse bevoorschotting, declaratie op cliëntniveau is voor hen een enorme omslag. Dit betekent dat de opbouw van sturingsinformatie een grote uitdaging is.

De eerste twee jaren bleven we (ruim) binnen het begrote bedrag (2015: overschot € 4,7 mln., 2016: overschot € 12,9 mln.), maar dit is in het jaar 2017 niet gelukt (2017: tekort € 14,4 mln.). Dit tekort bestaat gedeeltelijk uit nakomende declaraties jeugdhulp over 2015 en 2016 die ten laste van 2017 worden gebracht. De prognoses over de kosten in de jeugdhulp variëren maandelijks sterk. Dit geldt niet alleen voor 2017, maar ook voor voorgaande jaren. De variatie wordt veroorzaakt doordat de prognoses gebaseerd zijn op de declaraties van de jeugdhulpaanbieders die op dat moment zijn ingediend. Sommige jeugdhulpaanbieders lopen maanden, zo niet jaren, achter in hun declaraties.

Sinds medio 2017 zijn diverse maatregelen, waaronder de versterking van de samenwerking met het Inkoopbureau H10 en het instellen van een taskforce, ingezet om meer inzicht in de financiën, prognoses en resultaten te verkrijgen. Zo heeft het Inkoopbureau H10 in 2017, in opdracht van diens bestuur, voortvarend de benodigde verbetering van de informatievoorziening opgepakt. Hierdoor zal vanaf 1-1-2018 de informatievoorziening significant verbeteren. Het inkoopbureau en de gemeente Den Haag hebben daarnaast de handen ineen geslagen om het contractmanagement te intensiveren. Ook is in de contracten 2018 en 2019 een aantal voorwaarden aangescherpt. Bijvoorbeeld als het gaat om stringentere voorwaarden voor bevoorschotting. Verder worden in 2018 de controles op declaraties versterkt en wordt een controle-instrument geïmplementeerd om intensiever te controleren of de aanbieder zorg daadwerkelijk heeft geleverd. Daarnaast werkt de gemeente samen met het Inkoopbureau H10, aan het ontwikkelen van een signaleringsmodel ontwikkelen om eerder zicht te krijgen op jeugdhulpaanbieders die financieel kwetsbaar zijn of anderszins niet kunnen voldoen aan de verplichtingen van de regio. Maandelijks stemt de gemeente daartoe ook met het H10 Inkoopbureau af over de geleverde prestaties door de jeugdhulpaanbieders. Hiermee bundelen we de regionale inzichten aan lokale situatie.

Op 30 januari is door het ministerie van VWS aan de Tweede Kamer de eerste evaluatie Jeugdwet aangeboden (kenmerk: 1289755-172819-J ) De hoofdconclusie van de onderzoekers is aldus de kamerbrief: “De veranderingen sinds invoering van de Jeugdwet zijn vooral te kenmerken als transitie, de gewenste transformatie, gericht op de realisatie van de doelen van wet, moet grotendeels nog vorm krijgen.” Ook voor de gemeente Den Haag geldt dat de jeugdzorg in een transformatiefase is; de omslag naar een andere wijze van ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en hun ouders waarbij integrale hulp wordt geleverd die beter past bij de lokale en individuele zorgbehoeften. Voor de gemeente Den Haag betekent dit onder meer dat, samen met de regio Haaglanden, de jeugdhulp resultaatgerichter en zakelijker wordt ingekocht en de toegankelijkheid van de CJG’s verder wordt verbeterd. Ook worden innovatieprojecten gericht op het dichtbij huis aanbieden van jeugdhulp en een soepele overgang naar volwassenheid uitgevoerd.

Wat is het doel?
Met dit programma wil de gemeente dat de Haagse jeugd veilig, gezond en met plezier opgroeit, eigen talenten ontwikkelt en meedoet in de stad. In 2015 heeft de raad deze doelstelling vastgesteld in het beleidskader ‘Jeugd 2015-2018 Met de Jeugd. Voor de Jeugd’ (RIS288911). Dit beleidskader is erop gericht om beter en sneller in te spelen op de behoeften en mogelijkheden van kinderen en ouders en stevige verbindingen te leggen tussen preventie en jeugdhulp.

In dit beleidskader stond de decentralisatie van de jeugdhulp centraal. Deze heeft geleid tot belangrijke veranderingen. Belangrijk daarbij is dat professionals primair uitgaan van de vraag van ouders en kinderen en niet van het bestaande aanbod. Centraal staan de eigen kracht en die van het netwerk van ouders en kinderen. Professionals bevestigen ouders en kinderen in wat goed gaat. De aanpak van problemen is integraal en gericht op het gezin: één gezin, één plan en één regisseur.
In januari 2018 is het nieuwe beleidsplan ‘Haagse jeugd, samen aan zet’ (RIS298573) door de raad vastgesteld.

Welke resultaten zijn in 2017 behaald?

  • Per 1 januari 2017 is de jeugdgezondheidszorg 0-4 jarigen onder gemeentelijke aansturing gebracht, om meer maatwerk en een integrale aanpak aan gezinnen te kunnen verlenen en meer preventief te kunnen werken. De taken en medewerkers van Jong Florence en een deel van de medewerkers van Stichting Tijdelijke Ondersteuning Jeugdhulp (STOJAH) zijn hiervoor overgekomen naar het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). We zien een stijging van het aantal Haagse inwoners dat gebruik maakt van de jeugdgezondheidszorg. Hierdoor zijn jeugdigen snel in beeld en kan dure zorg op termijn worden voorkomen.
  • Vanaf de zomer is het lokale aanbestedingstraject voor de jeugdteams gestart en in december definitief gegund (RIS298827). Verder is samen met de regiogemeenten via het H10 Inkoopbureau de specialistische jeugdhulp aanbesteed (RIS297203). Doordat deze aanbestedingstrajecten binnen een korte termijn succesvol zijn voltooid, is de continuïteit van de toegang naar en de verlening van de jeugdhulp gewaarborgd.
  • We zien een toename van de jeugdhulp, waarbij de toename ligt in de ambulante en eerstelijns jeugdhulp. Het gebruik van zwaardere vormen van jeugdhulp blijft in financiële omvang stabiel, maar het aantal jeugdigen daalt enigszins.  

De programmaverantwoording is ingedeeld in dezelfde pijlers als het uitvoeringsprogramma jeugd en de raadsrapportage jeugd:

Pijler 1: Initiatieven en ideeën van jeugd en ouders meer ruimte geven.

Pijler 2 en 3: Een sterk en gezond opgroei- en opvoedklimaat in het gezin, de school en de wijk/tijdig signaleren van opgroei- en opvoedproblemen.

Pijler 4: Integrale passende jeugdhulp.

Toelichting op het financiële resultaat van het programma en majeure afwijkingen ten opzichte van de uitkomst van vorig jaar.

Uitkomst 2017

Actuele begroting 2017

Resultaat 2017

Ontwerp begroting 2017

Uitkomst 2016

Lasten

168.883

153.957

14.926

N

153.957

148.716

Baten

3.468

2.910

558

V

2.910

2.385

Saldo exclusief reserves

165.415

N

151.047

N

14.368

N

151.047

N

146.331

N

Dotaties aan reserves

-

-

-

-

-

-

Onttrekkingen aan reserves

-

-

-

-

-

3.267

Saldo inclusief reserves

165.415

N

151.047

N

14.368

N

151.047

N

143.064

N

Toelichting verschil in realisatie tussen 2016 en 2017
Toename lasten 20 mln.
De lasten zijn in 2017 gestegen met ruim € 20 mln. ten opzichte van 2016. De belangrijkste oorzaken zijn:

  • Stijging van de kosten van de regionale inkoop van jeugdhulp 2017 € 8,9 mln.
  • Vrijval balanspost jeugdhulp in 2016: € 3,2 mln.
  • In 2017 nagekomen declaraties over 2015 en 2016: € 4,4 mln.
  • Incidentele verhuis- en verbouwingskosten van een CJG dat is verhuisd van de Koningin Sophiestraat naar de Carpentierstraat: €1,5 mln.
  • Inbedding van Jong Florence in de gemeente, waarbij naast de incidentele frictiekosten (€0,5 mln.) ook de gemeentelijke begroting structureel is verhoogd met de budgetten voor de activiteiten van Jong Florence die niet door de gemeente werden gefinancierd (zoals vaccinatie van kinderen en het opleiden van artsen €1,6 mln.): €2,1 mln.

Toename baten 1,1 mln.

De baten zijn in 2017 gestegen met € 1,1 mln. ten opzichte van 2016. De belangrijkste oorzaken:

  • Tegenover de structurele lastenverhoging die betrekking heeft op de inbedding van Jong Florence, staat een structurele batenverhoging voor hetzelfde bedrag. De achterliggende activiteiten worden namelijk gefinancierd door het Rijk: €1,5 mln.
  • Overige verschillen: lagere baten voor € 0,4 mln.

Toelichting financieel resultaat programma 14,3 mln. N I

Inkoop jeugdhulp en Veilig Thuis (totaal 13,8 mln. nadelig)
Inkoop jeugdhulp: 13,4 mln.

Op de inkoop van jeugdhulp 2017 via het H10 Inkoopbureau is een nadeel van € 8,1 mln. gerealiseerd. Dit betreft het regionale transitiearrangement waarvoor het Inkoopbureau contracten heeft afgesloten met de jeugdhulpaanbieders. Het nadeel wordt met name veroorzaakt door een toename van het aantal unieke cliënten jeugdhulp van circa 9% in 2017. Daarnaast is een nadeel gerealiseerd van € 4,4 mln. op inkopen uit eerdere jaren door nakomende declaraties over 2015 en 2016.Jeugdhulpaanbieders kunnen wettelijk en contractueel nog tot vijf jaar na de geleverde zorg declareren.

In 2017 zijn meer declaraties dan verwacht ontvangen voor het landelijk transitiearrangement. Dit betreft de verplichte inkoop van specialistische jeugdhulp via de VNG. De realisatie van het landelijk transitiearrangement is gebaseerd op een prognose van de VNG. Per saldo is het resultaat € 0,3 mln. negatief.

In 2017 zijn aanbestedingen uitgevoerd voor de jeugdteams (omvang circa € 11 mln.), jeugdhulp (omvang circa € 91 mln.) en de gesloten jeugdhulp (omvang circa € 5 mln.). Het begeleiden van deze aanbestedingen, de inhuur van het daartoe benodigde advies en het doorvoeren van verschillendeprocesverbeteringen (waaronder de samenwerking met huisartsen) heeft geleid tot een nadeel van € 0,6 mln.

Veilig Thuis 0,3 mln. nadelig
Op Veilig Thuis is in 2017 een nadeel van € 0,3 mln. gerealiseerd. Er zijn twee oorzaken:

  • Bij Veilig Thuis is een externe partij ingehuurd om voor Den Haag de wachtlijsten weg te werken.
  • Er zijn frictiekosten gemaakt in verband met de inhuizing van Stojah in de Gemeenschappelijke Regeling GGD en Veilig Thuis.

Overig: 0,1 mln. Nadelig

Persoonsgebondenbudget (pgb) jeugdhulp 0,5 mln. voordelig
In 2017 is voor € 0,4 mln. minder pgb toegekend dan in 2016. Reden: in 2017 hebben meer partijen een contract gekregen. De hulp die bij deze partijen tot 2016 werd afgenomen middels een pgb is daardoor in 2017 overgegaan naar zorg in natura. Hierdoor hebben pgb gebruikers van het toegekende budget € 0,4 mln. minder gebruikt dan begroot. Verder is het gebruik van toegekende budgetten over 2016 lager uitgevallen dan bij de jaarrekening 2016 van is uitgegaan. Hierdoor valt een balansreservering van € 0,1 mln. vrij ten gunste van 2017

Centrum voor Jeugd en Gezin 0,8 mln. nadelig
Dit nadeel bestaat uit drie onderdelen:

  • Huisvesting: nadeel van € 0,7 mln. Dit zit voornamelijk in de hogere huur van de panden van de Centra voor Jeugd en Gezin en huur van een nieuw pand.
  • Jeugdhulp: € 0,95 mln. nadeel. In 2017 zijn specifieke stedelijke teams ingezet. Het gaat hier om het Veilig Verder Team, het All-in Team en de inzet van gedragswetenschappers.
  • Jeugdgezondheidszorg: € 0,85 mln. incidenteel voordeel. Uit de arbeidsmarktanalyse van de jeugdsector blijkt dat er landelijk sprake is van een tekort aan jeugdverpleegkundigen en jeugdartsen. Dit maakt het invullen van vacatures lastig. Den Haag heeft bij de uitvoering van haar taken wel aan de normen voldaan.

Overig 0,3 mln. nadelig

Toelichting ontwikkeling relevante balansposten in 2017

Begroting 2017

Realisatie 2017

Beginsaldo

Mutaties

Eindsaldo

Mutaties

Eindsaldo

(incl.res.best.)

Reserves

-

-

-

-

-

Voorzieningen

-

-

-

-

-

Investeringen (bruto)

1.905

2.991