Leegstand

Leegstand

Vanaf 2016 wordt de leegstand gerapporteerd op basis van vierkante meters bruto vloeroppervlakte (bvo). Op 31 december 2016 stond in totaal 83.902 m² bvo leeg. Het leegstandspercentage bedroeg destijds 8,3%. Per 31 december 2017 stond 52.108 m² bvo leeg. Op 31 december 2017 bedroeg het totale bvo van alle panden van de gemeente Den Haag (exclusief economisch claimrecht) 1.089.462 m². Daarmee kwam het leegstandspercentage uit op 4,8%. Dat is een forse afname ten opzichte van 31 december 2016.

De totale leegstand kan onderverdeeld worden in verschillende soorten leegstand. Er kan sprake zijn van leegstand ten gevolge van frictie (kortstondige leegstand tussen twee verhuringen), of er kan sprake zijn van langere leegstand in verband met gemeentelijke beleidswijzigingen, renovatie, herontwikkeling, functiewijziging of verkoop. De leegstand op 31 december 2016 en 31 december 2017 was als volgt onderverdeeld over verschillende categorieën.

Alle categorieën leegstand laten een forse daling zien, behalve de frictieleegstand. De stijging bij frictieleegstand wordt grotendeels veroorzaakt door drie grote verhuurbare eenheden die leeg zijn komen te staan. Het gaat dan om twee gebouwen aan de Binckhorstlaan waarvan de huurder failliet is gegaan (3.270 m²) en de voormalige noodzetel in het Wijnhavencomplex (3.800 m²). Deze laatste verhuurbare eenheid is in 2017 opgevoerd in de administratie, nadat het gehele complex, bestaande uit ruimtes van de universiteit Leiden en woningen, begin 2017 is opgeleverd. Het totaal aantal verhuurbare eenheden dat leeg staat is gedaald van 153 eenheden naar 144 eenheden.

Ondanks de daling van de totale leegstand zijn de leegstandskosten (zie Financieel resultaat Vastgoed) niet gedaald. Dit wordt veroorzaakt doordat de grootste daling in de leegstand zich voordoet bij ontwikkelingsvastgoed. Over deze leegstandskosten wordt in de paragraaf Vastgoed niet gerapporteerd omdat deze leegstandskosten verrekend worden met de reserve Strategisch Vastgoed Stadsontwikkeling en de reserve Grondbedrijf. Daarnaast is een verschuiving te zien tussen panden met hoge exploitatielasten die leeg zijn komen te staan en panden met lagere exploitatielasten die in 2017 verhuurd zijn.

Wanneer door incourantheid van de panden of onzekerheid met betrekking tot het toekomstperspectief van het pand commerciële verhuur niet haalbaar blijkt, wordt er gezocht naar een tijdelijke culturele of maatschappelijke invulling van een pand via een anti-kraakorganisatie. Het object wordt dan nog wel als leegstand geregistreerd, maar er is wel een zinvolle tijdelijke invulling voor het object.

Verenigingen van Eigenaren van panden (VvE)

Als een gebouw door middel van een splitsingsakte wordt gesplitst in appartementen, ontstaat er op grond van de wet een Vereniging van Eigenaren (VvE). De eigenaren van de appartementen zijn automatisch lid van die vereniging. In het verleden bleken veel VvE’s een “slapend” bestaan te leiden. Daarom is per 1 mei 2008 wetgeving van kracht geworden waarin de verplichting voor VvE’s is opgenomen, dat een VvE verplicht een opstalverzekering moet afsluiten en dat de VvE verplicht een reservefonds moet hebben voor groot onderhoud. Ondanks deze wettelijke verplichtingen bleek ongeveer de helft van alle VvE’s te weinig te sparen, waardoor achterstallig onderhoud nog steeds kan ontstaan. Daarop is de wetgeving wederom aangescherpt en moet vanaf 1 januari 2018 elke VvE jaarlijks een bedrag reserveren voor het groot onderhoud van het gebouw. De hoogte van deze reservering is gebaseerd op een meerjarenonderhoudsplan (MJOP). Indien een MJOP ontbreekt dient de VvE jaarlijks 0,5% van de herbouwwaarde van het gebouw reserveren.

In 2018 zal gestuurd worden op besluitvorming binnen de VvE’s om aan de aangescherpte wet en regelgeving te voldoen.