Liquiditeitspositie
1a Gecontracteerde langlopende leningenportefeuille opgenomen gelden
Op 1 januari 2017 had de gemeente € 991,7 mln. langlopend geleend tegen een gemiddeld rentepercentage van 2,84 procent. Ultimo 2017 is deze positie gestegen tot € 1.184,8 mln. tegen een gemiddeld rentepercentage van 2,39 procent en een gemiddelde looptijd van 7,65 jaar. De leningenportefeuille van € 1.184,8 mln. kan onderverdeeld worden in:
- € 1.056,6 mln. geleend voor eigen behoefte tegen een gemiddelde betaalde rente van 2,22 procent.
- € 128,3 mln. geleend en doorverstrekt aan derden tegen een gemiddelde betaalde rente van 3,67 procent.
De renteverschillen tussen deze twee delen hangen samen met de gemiddelde looptijd en met het moment waarop de lening is afgesloten.
In 2017 heeft de gemeente € 235,0 mln. geleend tegen een gemiddeld rentepercentage van 0,77 procent. Daarnaast moest de gemeente € 41,8 mln. regulier aflossen op leningen tegen een gemiddeld rentepercentage van 2,28 procent. Hiervan heeft € 41,4 mln. betrekking op opgenomen leningen voor de eigen financiering tegen een gemiddeld rentepercentage van 2,26 procent en € 0,4 mln. op aflossingen van doorverstrekte leningen aan derden tegen een gemiddeld rentepercentage van 3,72 procent. In 2017 zijn geen langlopende leningen vervroegd afgelost.
Onderstaand een overzicht van het totale langlopend geleende bedrag sinds 2013, onderverdeeld in geleende bedragen voor eigen voorzieningen en geleende bedragen die zijn door verstrekt aan derden.
Bedragen x 1 mln. | ||||||
Ultimo | Totaal geleend | Gem. betaalde rente | Waarvan geleend voor eigen voorzieningen | Gem. betaalde rente | Waarvan geleend en door verstrekt aan derden | Gem. betaalde rente |
2013 | 762 | 3,84% | 370 | 4,17% | 392 | 3,51% |
2014 | 953 | 3,62% | 491 | 3,74% | 462 | 3,51% |
2015 | 1092 | 3,23% | 604 | 3,17% | 488 | 3,33% |
2016 | 992 | 2,84% | 863 | 2,72% | 129 | 3,42% |
Nieuwe leningen | 235 | 0,77% | 235 | 0,77% | 0 | 0,00% |
Reguliere aflossingen | 42 | 2,28% | 41 | 2,26% | 1 | 3,72% |
2017 | 1.185 | 2,39% | 1.057 | 2,22% | 128 | 3,67% |
1b Gecontracteerde langlopende leningenportefeuille uitgezette gelden
Op 1 januari 2017 had de gemeente € 176,5 mln. uitgeleend tegen gemiddeld 3,57 procent. Ultimo 2017 is dit gedaald tot € 167,5 mln. tegen gemiddeld 4,00 procent. Uit reguliere aflossingen is € 9,0 mln. ontvangen tegen gemiddeld 4,51 procent. De aflossingen hebben vooral betrekking op de personeelshypotheken.
(bedragen x € 1 mln.) | Bedrag | Gem. rente |
---|---|---|
Stand per 1 januari 2017 | 176,5 | 3,57% |
Nieuwe leningen | 0,0 | 0,00% |
Reguliere aflossingen | -9,0 | 4,51% |
Stand per 31 december 2017 | 167,5 | 4,00% |
Uitgezette gelden per instelling
Omschrijving (x € 1.000,=) | Restant per 31/12/2017 | Restant per 31/12/2016 |
---|---|---|
Grondexploitatie Maatschappij Vroondaal C.V. | 120.000 | 120.000 |
Starterspanden C.V. | 829 | 829 |
Stichting Rijnlands Lyceum | 1.500 | 2.000 |
St. Jacobusstichting | 8.300 | 8.740 |
Stichting pand Hoefkade | 2.960 | 3.023 |
Personeelshypotheekportefeuille | 33.915 | 41.918 |
TOTAAL | 167.504 | 176.510 |
Afloop van hoofdsommen
Ultimo 2017 heeft de gemeente € 167,5 mln. langlopend uitgeleend tegen 4,00 procent, ultimo 2018
€ 165,8 mln. tegen 3,97 procent, ultimo 2019 € 141,4 mln. tegen 3,93 procent en ultimo 2020 € 138,9 mln. tegen 3,89 procent en ultimo 2021 € 136,2 mln. tegen 3,88 procent.
Voorziening langlopende uitgezette leningen
De gemeente heeft € 168 mln. aan langlopende leningen ingedeeld in risicogroepen.
Uitgezette langlopende leningen per risicogroep (x € 1 mln.) | Restant per ultimo 2017 |
---|---|
Met hypothecaire zekerheid | 87 |
Zonder zekerheid | 81 |
Totaal | 168 |
Jaarlijks wordt op basis van risico-inschatting van iedere individuele lening de voorziening voor langlopende leningen bepaald. Deze wordt onder meer berekend op basis van de Basel II-norm. Als er 100% zekerheden zijn gesteld wordt geen voorziening gevormd. Zo nodig worden op basis van risico-inschatting afwijkende percentages toegepast. Voor de uitstaande personeelshypotheekportefeuille van € 34 mln. is geen voorziening opgenomen omdat de spaarpolissen en de onderliggende WOZ waarde 100 procent zekerheid geeft. De voorziening langlopende leningen op basis van de langlopende leningen zonder zekerheid bedraagt in 2017 € 9,3 mln. en wordt voldoende geacht om eventuele risico’s in de portefeuille op te vangen.
1c Gegarandeerde geldleningen
De afgelopen decennia heeft de gemeente aan organisaties in diverse sectoren borgstellingen verleend voor investeringen in hun materiële activa. Het gaat om maatschappelijk relevante investeringen met een publiek belang. De gemeente Den Haag loopt risico wegens het afgeven van garanties voor leningen die banken aan derden hebben verstrekt. Onderstaand een overzicht van de afgegeven gegarandeerde geldleningen. In 2017 is 1 garantie aan HTM Railinfra B.V. van € 43,2 mln. contractueel afgelopen. In de loop van 2017 is € 29,6 mln. aan garanties HTM Railinfra B.V. en HTM Railvoertuigen B.V. overgedragen aan de MRDH. De resterende 2 garanties aan HTM Railinfra per 31 december 2017 van € 29,9 mln. zijn in februari 2018 overgedragen.
Omschrijving (x € 1.000,=) | Restant per 31/12/2017 | Restant per 31/12/2016 |
---|---|---|
Accommodaties sportverenigingen | 75 | 110 |
Sociaal pedagogische zorg | 52 | 59 |
Zieken- en verpleeghuizen | 62 | 91 |
Geestelijke gezondheidszorg/bejaardenoorden | 1.419 | 1.666 |
HTM Railvoertuigen B.V. | 1.250 | |
HTM Railinfra B.V. | 29.949 | 101.449 |
Ministerie van Financiën | 5.000 | 3.500 |
Stichting Nationaal Restauratiefonds | 1.441 | 1.786 |
Garantstelling grondexploitatie Vroondaal CV | 20.000 | 20.000 |
Harnaspolder | 3.333 | 7.333 |
Achtervangovereenkomst met de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen | pm | pm |
Achtervangovereenkomst Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW)* | 4.275 | 4.264 |
TOTAAL | 141.501 |
* Het gaat hierbij om garantstellingen aan rechtspersonen.
Met raadsvoorstel 411/2000 RIS 80570 "Financiering woningbouw door toegelaten instellingen" heeft de raad ingestemd met doorlopende achtervangovereenkomst met de Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw voor alle in de gemeente werkzame of in de toekomst werkzame toegelaten instellingen tot het moment van wederopzegging. Het Waarborgfonds stelt zich onder voorwaarden (kredietwaardigheid instellingen) borg voor de nakomingsverplichtingen van leningen van de toegelaten instellingen (woningcorporaties). Hierdoor kunnen de instellingen goedkoper lenen.
Indien het risicovermogen van het waarborgfonds een niveau bereikt dat lager is dan het garantieniveau zoals omschreven in de gesloten overeenkomst met het Waarborgfonds, dient de gemeente renteloze leningen aan het Waarborgfonds te verstrekken, teneinde liquiditeitstekorten bij het Waarborgfonds te voorkomen.
Indien er aanspraak van het WSW op de gemeente op basis van bovengenoemde achtervang wordt gedaan zal dit alleen gebeuren indien er onvoldoende eigen vermogen van het WSW enerzijds of, doordat Centraal Fonds voor de volkshuisvesting voor sanering zorgt bij onvoldoende kredietwaardigheid van een corporatie en de achtervangovereenkomsten met het Rijk en de gemeenten (50-50%) anderzijds, zal zijn. Het verlies dat achtervangers kunnen lijden, is beperkt tot de rentederving over leningen die ze bij een calamiteit aan het WSW moeten verstrekken.
Voorziening gegarandeerde geldleningen
Van de totaal uitstaande garanties is voor € 1,4 mln. extra zekerheid verkregen door het recht van 1ste hypotheek (verpleeg- en zorginstellingen). Voor de overige uitstaande garanties is geen zekerheid verkregen, waardoor het risico in geval de gemeente wordt aangesproken hoger is. Bij de berekening van de voorziening is hiermee rekening gehouden. De voorziening gegarandeerde geldleningen is berekend conform de systematiek van het Basel II-akkoord. De voorziening per 31 december 2017 komt uit op € 0,1 mln.
1d Lange financieringspositie 2017 (langer dan één jaar)
De lange financieringsbehoefte is in theorie het verschil tussen de vaste activa van de balans (materiele en financiële vaste activa) en het lang vermogen aan de passiefzijde van de balans. De uitkomst geeft aan of er een financieringsbehoefte of een financieringsoverschot is op de langlopende financieringspositie. De financieringspositie ultimo 2017 is als volgt opgebouwd:
Saldo ultimo 2017 (x 1 mln.) | Jaarrekening 2017 | Begroting 2017 |
---|---|---|
Vaste activa: | ||
Verstrekte leningen voor gemeentelijke investeringen | 1.637 | 1.566 |
Deelnemingen | 93 | 93 |
Uitgezette middelen | 302 | 303 |
Totaal | 2.032 | 1.962 |
Beschikbare middelen: | ||
Reserves en voorzieningen* | 879 | 868 |
Opgenomen leningen (zie paragraaf 1a) | 1.185 | 1.065 |
Totaal | 2.064 | 1.933 |
Financieringsbehoefte/overschot | 32 | -29 |
*Zoals gebruikelijk is de stand van de reserves en voorzieningen van € 1.004 mln. gecorrigeerd voor een bedrag van € 125 mln. Dit betreft een geschat bedrag van reserves en voorzieningen die niet op kasbasis aanwezig zijn.
In juli 2017 is een langlopende lening van 1 jaar en 1 maand van € 120 mln. In de stand van de begroting 2017 was deze lening niet opgenomen. De lange financieringsbehoefte is sinds enkele jaren aan het toenemen. Voor de reguliere investeringen en aflossingen op langlopende leningen in 2017 is daarom in 2015 al een langlopende lening met uitgestelde storting (zogeheten forward) aangetrokken van € 115 mln. met storting in oktober 2017. Hierna resteert er een klein financieringsoverschot van
€ 32 mln. Met deze acties is het uitgangspunt gevolgd dat de langdurige kapitaalbehoefte wordt gefinancierd met langlopende leningen.