Financieel resultaat

Het financieel resultaat en positie op hoofdlijnen
Den Haag heeft een stabiele en voorspelbare financiële huishouding. Dat is nodig om het gewenste beleid ook op de wat langere termijn te kunnen uitvoeren. Financiële stabiliteit is geen vanzelfsprekendheid, maar vraagt om voortdurende alertheid. Als de gemeente tegenvallers ziet aankomen, worden passende maatregelen genomen. Meevallers worden pas ingezet als voldoende duidelijk is dat deze zich ook daadwerkelijk voordoen. De afgelopen jaren paste de gemeente deze uitgangspunten consequent toe.

Den Haag is een grote en ambitieuze gemeente. Bij een grote gemeente horen grote opgaven en omvangrijke investeringen. In de programmabegroting staat wat de gemeente van plan was in 2017 en hoeveel geld hiervoor beschikbaar was. In deze programmarekening leest u hoeveel er het afgelopen jaar is gerealiseerd, wat daarvoor is gedaan en hoeveel geld het gekost heeft. Deze inleiding beperkt zich tot de hoofdlijnen van de financiële ontwikkelingen in 2017. Voor een meer gedetailleerd inzicht in de prestaties en financiën per beleidsprogramma, verwijzen wij u naar programma's

Programma totaal

Rekening
2017

Begroting
2017

Resultaat
2017

Rekening
2016

Lasten

2.393.776

2.355.247

38.529

N

2.381.055

Baten

2.303.353

2.244.632

58.721

V

2.256.484

Saldo exclusief reserves

90.423

N

110.615

N

20.191

V

124.571

N

Dotaties

386.968

386.200

768

N

227.473

Onttrekkingen

463.726

496.815

33.088

N

409.160

Saldo inclusief reserves

13.665

N

0

N

13.665

N

57.117

V

De gemeente realiseerde in 2017 € 2,394 miljard aan lasten, exclusief hetgeen aan de reserves is gedoteerd. De samenstelling van de lasten is als volgt.

De gemeente realiseerde in 2017 € 2,303 miljard aan baten, exclusief hetgeen aan de reserves is onttrokken. De samenstelling van de baten is als volgt.

De gemeente is sterk afhankelijk van inkomstenoverdrachten van het rijk. De grootste gemeentelijke inkomstenbron is met € 1,2 miljard, waar onder € 331 mln. voor het deelfonds sociaal domein, het gemeentefonds. In beginsel is het gemeentefonds vrij besteedbaar, zij het dat ook wettelijke taken hieruit betaald moeten worden. Daarnaast ontvangt de gemeente specifieke uitkeringen van het rijk. Deze mogen enkel worden besteed aan de taak waarvoor ze bedoeld zijn. De belangrijkste hiervan zijn bijstandsverlening (€ 348 mln.) en onderwijsachterstandenbeleid (€ 45 mln.). Daarnaast verkrijgt de gemeente ook inkomsten uit belastingen en heffingen. De belastingen betreft onder andere de OZB
(€ 87 mln.) , precariobelasting (€ 16,4 mln.) en toeristenbelasting (€ 8,2 mln.). Deze belastingen zijn vrij besteedbaar. Voor de uitvoering van de wettelijke taken op het gebied van afvalverwijdering (€ 60 mln.) en rioolbeheer (€ 38 mln.) brengt de gemeente heffingen in rekening bij de inwoners, bedrijven en instellingen. Deze heffingen mogen enkel aan deze taken worden besteed.

Het jaarrekeningresultaat van de gemeente is € 13,7 mln. negatief. Dit is 0,6 procent van de gerealiseerde lasten. Het is het eerste negatieve jaarrekeningresultaat sinds 2011. In de onderstaande tabel treft u het financieel resultaat per programma aan. De in de tabel opgenomen baten en lasten zijn inclusief de dotaties en onttrekkingen aan de reserves. Het financieel resultaat wordt bepaald door de verschil tussen het saldo van de werkelijke lasten en baten, en het begrote saldo

Uitkomst 2017

Begroot

Resultaat

Programma's

Lasten

Baten

Saldo

saldo 2017

2017

1. Gemeenteraad

7.752

54

7.698

N

8.321

N

623

V

2. College en Bestuur

6.309

1.461

4.847

N

5.878

N

1.031

V

3. Wijkaanpak en Dienstverlening

34.741

18.735

16.006

N

16.349

N

343

V

4. Openbare orde en Veiligheid

60.170

4.363

55.806

N

55.530

N

276

N

5. Cultuur, Bibliotheek en Monumentenzorg

102.706

15.109

87.597

N

86.962

N

635

N

6. Onderwijs

140.277

56.664

83.613

N

85.285

N

1.672

V

7. Werk, Inkomen en Armoedebeleid

608.812

414.883

193.929

N

196.839

N

2.910

V

8. Zorg en Welzijn

334.482

51.355

283.127

N

286.133

N

3.007

V

9. Jeugd

168.883

3.468

165.415

N

151.047

N

14.368

N

10. Ontwikkeling Buitenruimte

209.449

129.071

80.379

N

80.468

N

89

V

11. Economie, Internationale stad en Binnenstad

57.246

15.500

41.746

N

45.317

N

3.571

V

12. Sport

51.921

26.482

25.439

N

25.853

N

414

V

13. Verkeer en Milieu

82.703

74.705

7.998

N

15.782

N

7.784

V

14. Wonen en Duurzaamheid

37.165

13.747

23.418

N

24.048

N

630

V

15. Stadsontwikkeling

192.091

180.508

11.583

N

25.431

N

13.847

V

16. Financien

165.814

1.445.767

1.279.952

V

1.268.846

V

11.107

V

17. Overige beleidsvoornemens

181.455

298.737

117.282

V

124.644

V

7.362

N

18. Interne dienstverlening

372

5.186

4.814

V

6.166

V

1.352

N

19. Stadsdelen en Wijkaanpak

78.858

3.483

75.376

N

75.992

N

617

V

20. Overhead

259.541

7.803

251.737

N

214.421

N

37.316

N

Totaal programma's

2.780.744

2.767.079

13.665

N

0

13.665

N

Voor een goed begrip van het jaarrekeningresultaat, is het wenselijk de belangrijkste onderliggende oorzaken te belichten. Als we dat doen, dan ontstaat het volgende beeld.

Onderwerp

Programma

Bedrag x € 1,0 mln.

Bijstandsverlening

Werk, Inkomen en armoedebeleid

-24,8

Jeugdhulpverlening

Jeugd

-14,4

Apparaats WMO

Zorg en Welzijn

-7,8

PGB maatwerkvoorzieningen

Zorg en Welzijn

3,9

Collectieve huisvesting

Overzicht Overhead

-6,8

Meeropbrengst parkeren

Verkeer en Milieu

3,6

Grondexploitaties en vastgoedontwikkeling

Stadsontwikkeling

8,1

Gemeentefonds

Financiën

7,7

Belastingopbrengsten

Financiën

3,9

Financieringsvoordelen

Financiën

1,6

Overig

11,3

Totaal

-13,7

Bijstandsverlening
Sinds 2015 kampt Den Haag met een tekort op de bijstandsverlening. Met ingang van dat jaar voerde het rijk een ander verdeelmodel voor de verdeling van het rijksbudget voor bijstandsverlening in. Voor Den Haag leverde dit model een nadeel op, net als enkele ander grote gemeenten. Bij een goedwerkend verdeelmodel zijn de gemeentelijke baten en lasten voor de bijstandsverlening in evenwicht. De VNG is nog steeds in discussie met het rijk over aanpassingen in het verdeelmodel. Desalniettemin dient de gemeente er rekening mee te houden dat het effect van een eventuele aanpassing van het model onvoldoende is om het hele tekort van de bijstandsverlening op te lossen. In 2017 bedroeg het tekort op de bijstandsverlening € 56,8 mln. Een tekort van dergelijke omvang werd al voorzien bij het halfjaarbericht. Bij het halfjaarbericht is de keus gemaakt om tussentijds alvast € 35,2 mln. in de begroting te verwerken en het resterende tekort 2017 via de jaarrekening ten laste van de algemene reserve te brengen. Gemeenten met een excessief tekort op de bijstandverlening krijgen een rijksbijdrage ter compensatie van het tekort, de zogenoemde vangnetregeling. Bij het halfjaarbericht werd verwacht € 17 mln. te ontvangen, dit blijkt uiteindelijk € 14 mln. te zijn. Dit nadeel van € 3 mln. maakt onderdeel uit van het hierboven genoemde tekort van € 24,0 mln.

Werkgelegenheidsprojecten
In 2017 zijn minder werkgelegenheidsprojecten gerealiseerd dan begroot. Dit komt doordat de werkgelegenheidsprojecten worden aangepast op het meer gericht zijn op duurzame uitstroom, de plaatsingen op het project STiP meer tijd hebben gevergd dan verwacht. Daarnaast ontving de gemeente een niet begrote ESF-bijdrage van € 4 mln. Door een vertraagde uitvoering van de werkgelegenheidsprojecten en de ESF-bijdrage hoefde de gemeente in 2017 voor € 10,9 mln. niet de reserves in te zetten. Echter, deze middelen zijn in latere jaren wel nodig om het bestaande Stip-programma te kunnen uitvoeren.

Jeugdhulpverlening
Na twee jaar een overschot te hebben gehad op de gedecentraliseerde taken voor jeugdzorg, is het overschot in 2017 omgeslagen in een tekort van € 14,4 mln. Het tekort wordt in essentie door twee ontwikkelingen veroorzaakt. De gemeente is in 2017 geconfronteerd met een 9 procent hogere vraag naar jeugdzorg (€ 8,8 mln.). Daarnaast hebben instellingen vijf jaar de tijd om declaraties in te dienen. Deze afrekening van zorg uit voorgaande jaren leidde in 2017 tot een hogere last van € 4,4 mln. Daarnaast was sprake van diverse ontwikkelingen die optelden tot een negatief resultaat van € 1,2 mln.

WMO en maatwerkvoorzieningen
In 2017 was de gemeente € 7,8 mln. extra kwijt aan apparaatslasten voor de uitvoering van de WMO. Dit wordt grotendeels verklaard door het vergroten van de uitvoeringscapaciteit waarvoor consulenten ingehuurd werden, om invulling te geven aan de vorm vrije toegang van de WMO. De gemeenteraad heeft besloten de toegang tot de WMO-vorm vrij te maken (RIS296318). De uitbreiding van het aantal consulenten werkt ook door in de begroting van de komende jaren. De extra lasten die de gemeente hiervoor moet maken, kunnen op basis van de huidige inzichten binnen de bestaande begroting worden opgevangen. Tegenover de hogere apparaatskosten staat een lager beroep op maatwerkarrangementen van € 3,9 mln. Dit past binnen de trend die we de laatste jaren zien dat sprake lijkt te zijn van een verschuiving van PGB’s naar zorg in natura.

Collectieve huisvesting
Op de collectieve huisvesting is sprake van een tekort van € 6,8 mln. Voor € 3,8 mln. wordt dit verklaard door een vertraagde realisatie van bestaande besparingsmaatregelen op de huisvesting. Daarnaast ontstaan nieuwe huisvestingsopgaven. Bijvoorbeeld door een intensievere beveiliging bij panden en de beleidsmatige noodzaak het pand aan de Binckhorstlaan langer open te houden. Onder meer bij het halfjaarbericht 2017 is de gemeenteraad geïnformeerd over de tekorten op de collectieve huisvesting.
Meeropbrengsten parkeren
In 2017 is onder andere in het Geuzen- en Statenkwartier (RIS297808) en het Havenkwartier betaald parkeren ingevoerd. Daarnaast is het aantal naheffingen gestegen door de invoering van de scanauto’s. Het voordeel van € 3,6 mln. is deels structureel. Deze extra structurele meeropbrengst wordt meegenomen in het budgettaire kader van de eerst volgende begroting.

Grondexploitaties
Het resultaat bij het programma Stadsontwikkeling wordt vooral veroorzaakt door lagere kosten bij gerealiseerde grondexploitaties, waardoor bij diverse projecten restantbudgetten konden vrijvallen( € 2,2 mln.), het project Assumburgweg (€ 2,5 mln.) waarvan de grondexploitatie door de gemeenteraad niet meer in 2017 maar in 2018 is vastgesteld en een vertraagde uitvoering van de projecten kleinschalig opdrachtgeverschap (€ 2,2 mln.). Tot slot was sprake van minder schadeclaims en optredende risico’s bij de Rotterdamse Baan dan waar vooraf rekening mee was gehouden. Hierdoor ontstond een voordeel van € 1,3 mln., wat conform de spelregels met de reserve Grote Projecten wordt verrekend.

Gemeentefonds
De gemeente ontving in 2017 € 7,7 mln. meer uit het gemeentefonds. Deze meer opbrengst is vooral samengesteld uit een lager accres voor 2017 van € 7,3 mln. en een hogere bijdrage uit oude jaren van
€ 9,5 mln. en het niet doorgaan van de BTW-compensatiefondskorting van € 6,9 mln.

Belastingen
Den Haag haalde in 2017 € 4,7 mln. meer belasting op dan begroot. De meeropbrengst heeft vooral betrekking op een hogere OZB (€ 2,5 mln.) door een kwantitatieve en kwalitatieve groei van de stad. Daarnaast groeide de opbrengst van de toeristenbelasting met € 1,4 mln. door meer toeristen en een verscherpt toezicht door de gemeente op de aangifte van aanbieders. De hier vermelde meeropbrengst belastingen hebben een structureel karakter en worden meegenomen in de eerstvolgende meerjarenbegroting.