Hebben we bereikt wat we hebben beoogd?

Samenstelling programma

(obv gerealiseerde lasten inclusief dotaties aan reserves)

€ 60

Samenstelling dekking programma

(obv gerealiseerde baten inclusief onttrekkingen aan de reserves)

€ 60

Toelichting op de samenstelling in 2017
De lasten van het programma hebben voor het grootste deel te maken met de gemeentelijke bijdrage aan de Veiligheidsregio Haaglanden. Hier gaat uiteindelijk 68% van de middelen naartoe. Daarnaast gaat 32% van de middelen naar de uitvoer van het gemeentelijke veiligheidsbeleid.

Toelichting op de dekking in 2017
De overige inkomsten bestaan uit legesopbrengsten, rijksbijdragen en de afrekening van het voordelige resultaat 2016 van de Veiligheidsregio.

Wat is het doel?
Het integraal veiligheidsbeleid 2015-2018 van de gemeente Den Haag heeft drie sporen:
1. Aanpak van high impact crimes (overval, straatroof, woninginbraak en geweld).
2. Gebiedsgerichte aanpak met een probleemgerichte inzet in wijken en buurten.
3. Aanpak van ondermijning, niet alleen strafrechtelijk maar ook bestuurlijk.

Welke resultaten zijn in 2017 behaald?
Met het Integraal veiligheidsplan 2015-2018 bouwt de gemeente verder op een stevig fundament.
Dit leidde in 2017 tot goede resultaten. Er zijn 14% minder misdrijven (Wetboek van Strafrecht) gerapporteerd dan in 2016. Van de prioritaire delicten daalde woninginbraak indrukwekkend met 27% (poging tot woninginbraak 33% en voltooide inbraak 23%). Straatroof steeg daarentegen licht met 6%. Ook was er één overval meer dan in 2016 (45 om 44). ‘Regulier’ geweld bleef ongeveer gelijk, maar huiselijk geweld en zedendelicten (apart geregistreerd) daalden met 15 en 5%. Het aantal overlastmeldingen steeg met 7%.

Uitkomst 2017

Actuele begroting 2017

Resultaat 2017

Ontwerp begroting 2017

Uitkomst 2016

Lasten

60.170

59.476

693

N

59.897

61.045

Baten

4.363

3.946

417

V

3.946

1.942

Saldo exclusief reserves

55.806

N

55.530

N

276

N

55.951

N

59.103

N

Dotaties aan reserves

-

-

-

-

-

-

Onttrekkingen aan reserves

-

-

-

-

-

-

Saldo inclusief reserves

55.806

N

55.530

N

276

N

55.951

N

59.103

N

Er zijn minder apparaatslasten gemaakt dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door een budgetoverheveling overhead in het kader van de vernieuwing BBV. Voor € 0,4 mln. is er te weinig budget overgeheveld van het programma Wonen en duurzaamheid (14) naar Openbare orde en veiligheid (4) voor apparaatskosten van de Haagse pandbrigade. Hierdoor is een voordeel van € 0,4 mln. op dit programma ontstaan. Gelijktijdig laat programma 4 een even groot nadeel zien en is het resultaat voor dit onderdeel gemeentebreed neutraal.

Afwijkingen ten opzichte van 2016
In 2017 zijn er circa € 2,4 mln. hogere baten ten opzichte van 2016. Dit wordt onder andere veroorzaakt door de afrekening van het voordelige rekeningresultaat 2016 van de Veiligheidsregio in 2017 (€ 0,554 mln.). De rest van het verschil wordt verklaard door de wijziging van de BBV-regels. Met ingang van 2017 worden baten binnen de apparaatskosten als baten doorgeboekt naar de producten/programma’s. Tot 2016 gebeurde dat als negatieve last. Daarnaast zijn de lasten in 2017 lager dan in 2016 door overdracht van het budget voor de Pandbrigade naar de dienst DSO (€ 1,0 mln.)

Toelichting ontwikkeling relevante balansposten in 2017 voorziening FLO

Begroting 2017

Realisatie 2017

Beginsaldo

Mutaties

Eindsaldo

Mutaties

Eindsaldo

(incl.res.best.)

Reserves

-

-

-

-

-

Voorzieningen

6.953

-47

6.906

103

7.056

Investeringen (bruto)

-

-

De dotatie (€ 2,562 mln.) aan de voorziening overgangsregeling FLO betreft medewerkers van de oude Haagse Brandweer die per 1 januari 2010 (de startdatum van de Veiligheidsregio) al gebruik maakten van de overgangsregeling FLO. Het bestede bedrag in 2017 bedraagt € 2,459 mln.
Op 25 maart 2017 hebben de vakbonden en de Brandweerkamer een nieuw principeakkoord gesloten. Hierin is het FLO overgangsrecht gerepareerd. De reparatie was onvermijdelijk als gevolg van het verschuiven van de AOW-leeftijd, de beperking van de fiscale ruimte voor storting van extra pensioen en afschaffing van de levensloopregeling per 1 januari 2022. Ondanks de bijbehorende kostenstijging van 27% kunnen de kosten worden opgevangen binnen de huidige systematiek van de voorziening met egaliserend karakter. Door langer te doteren, (tot en met 2040 in plaats van 2034) komt de voorziening niet negatief te staan. Aangezien het om een structureel budget gaat, zijn er geen financiële maatregelen noodzakelijk. De geraamde toekomstige kosten (van 2018 tot en met 2047) bedragen circa € 65,7 mln.